Aflevering 7328

1. De Jongh en Timmerman stellen dat wat Meijers en de minister schreven moet worden gezien tegen de achtergrond dat de bestuursmacht destijds, vóór het richtlijnenstelsel, veel beperkter was en dat het Meijers ging om handelingen die op grond van de destijds geldende wet en statuten buiten de bestuursmacht vielen. Het - in hun visie benodigde - rechtsgevolg van een beslissing/besluit moet dan gezien worden in de uitbreiding van de bestuurs- en vertegenwoordigingsmacht. Het rechtsgevolg bestaat dan uit de normering van de interne bevoegdheid en vertegenwoordigingsbevoegdheid.

Het artikel geeft een overzicht van de wetswijzigingen per 1 juli 2021 voor de vereniging, coöperatie, onderlinge waarborgmaatschappij en stichting wegens inwerkingtreding van de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen per die datum. In dit deel II worden besluitvorming, toezicht, belet en ontstentenis, aansprakelijkheid en ontslag behandeld.

De Minister voor Rechtsbescherming heeft bij besluit d.d. 17 maart 2021 op grond van artikel 15 van de Wet op het notarisambt besloten het protocol en de overige notariële bescheiden van mr. M.A.M. Kessels, tot 1 oktober 2020 notaris te Asten, m.i.v. 15 april 2021 toe te wijzen aan mr. M.M. van Gulick, notaris te Gemert-Bakel.

Op basis van de wetsgeschiedenis bepleit Verdam (WPNR 2021/7322) een ruime uitleg van het besluit-begrip in art. 2:14-16 BW. Timmerman en De Jongh begrijpen de wetsgeschiedenis anders. Er is geen goede grond om het besluit-begrip uit te breiden tot zogenaamde 'beslissingen'.

In deze bijdrage gaat de auteur in op de gevolgen van de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen voor het onbegrensde meervoudig stemrecht bij de stichting